Nokia 9110 Communicator - Security settings (Beveiligingsinstellingen, menu 4-3)

background image

Security settings (Beveiligingsinstellingen, menu 4-3)

Het doel van het beveiligingssysteem is het voorkomen van onrechtmatig
gebruik en wijziging van belangrijke instellingen. Voor het activeren of
wijzigen van de meeste beveiligingsopties is de juiste toegangscode vereist.
Zie ”Beveiliging” op pagina 137.

PIN code request (Pincode vragen, menu 4-3-1)

On (Aan) of Off (Uit). Zie ”Beveiliging” op pagina 137.

Call barring service (Oproepen sperren, menu 4-3-2)

Het sperren van oproepen is een netwerkdienst. Neem contact op met de
netwerkexploitant voor een abonnement. Zie ”Instellingen van de
toepassing Telephone” op pagina 68.

1 Ga naar een van de volgende speropties en druk op Select (Kiezen).

All outgoing calls (Alle uitgaande gesprekken)
All international calls (Alle internationale gesprekken)
International except to home country (Internationaal uitgezonderd
thuisland)
All incoming calls (Alle inkomende gesprekken)
Incoming calls when abroad (Inkomende gesprekken indien in buitenland)
Cancel all barrings (Alle sperdiensten annuleren)

2 Als u de geselecteerde speroptie in gebruik wilt nemen, selecteert u

Activate (Activeren). Selecteer Cancel (Annuleren) als u de geselecteerde
sperstand wilt uitschakelen of Status als u de status van de speroptie wilt
controleren. Druk op OK.

Tip: de netwerkkeuze komt vooral
van pas als u bijvoorbeeld uit
kostenbesparende overwegingen
een ander netwerk wilt kiezen.

Opmerking: wanneer beveiligingsfuncties
waarmee gesprekken worden beperkt, in
gebruik zijn (oproepen blokkeren, gesloten
groepen gebruikers en vaste nummers), kunnen
in sommige netwerken mogelijk nog wel
alarmnummers worden gekozen (bijvoorbeeld
112 of een ander officieel alarmnummer).

background image

Telef

oon

int

e

rf

ac

e

174

1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.

Fixed dialling (Vaste nummers, menu 4-3-3)

U kunt uitgaande oproepen beperken tot van tevoren bepaalde
telefoonnummers. Deze functie voor vaste nummers werkt alleen met
SIM-kaarten die de functie ondersteunen. Wanneer de functie is
ingeschakeld, kunt u alleen een nummer bellen dat in de lijst met vaste
nummers staat of dat met dezelfde cijfers begint als een nummer in de
lijst.

U moet de PIN2-code opgeven voor het in- of uitschakelen van Fixed
dialling (Vaste nummers) of als u in de vaste lijst met nummers een
telefoonnummer wilt verwijderen, toevoegen of bewerken.

Als u Numbers (Nummers) selecteert, komen de volgende opties
beschikbaar: Search (Zoeken), Add entry (Item toevoegen) of Erase all
(Alles wissen). Als u Add entry selecteert, moet u de PIN2-code invoeren,
alsmede de naam en het nummer die u wilt toevoegen aan de lijst met
vaste nummers.

Als u een telefoonnummer op de lijst met vaste nummers wilt bewerken of
verwijderen, selecteert u Search en toetst u de naam van de persoon in of
de eerste letter(s) van de naam. Druk op OK en Detail om het nummer te
bekijken. Vervolgens selecteert u Options (Opties) en voert u de PIN2-
code. U kunt dan kiezen uit Edit (Bewerken) en Erase (Wissen).

Closed user group (Gesloten gebruikersgroep, menu 4-3-4)

Met deze netwerkdienst kunt u bellen naar en worden gebeld door
gebruikers uit een geselecteerde groep. Neem voor meer informatie over
deze dienst contact op met de exploitant van het netwerk. U kunt van
maximaal tien gebruikersgroepen deel uitmaken.

Selecteer een van de volgende opties:

Preset (Standaard) — De gebruikersgroep wordt gebruikt die de eigenaar
van de SIM-kaart heeft afgesproken met de exploitant van het netwerk.

On (Aan) Selecteer een bepaalde gebruikersgroep. U kunt dan alleen
bellen naar en worden gebeld door de leden van de geselecteerde groep.

Off (Uit) — U kunt op de normale wijze bellen en worden gebeld. U kunt
deze optie alleen gebruiken als u daartoe bent gerechtigd.

SIM change security (Beveiliging SIM-wijziging, menu 4-3-5)

U vindt dezelfde instellingen in Security settings. Zie ”Beveiliging” op
pagina 137.

Opmerking: als de optie Fixed
Dialling is ingeschakeld, hebt
u geen toegang tot de inhoud
van de SIM-kaart.

background image

Telef

oon

int

e

rf

ac

e

175

1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.

Change access codes (Toegangscodes wijzigen, menu 4-3-6)

In dit submenu kunt u de volgende toegangscodes wijzigen: PIN code
(Pincode), PIN2 code (PIN2-code) en Barring password (Sperwachtwoord).
Zie ”Beveiliging” op pagina 137.

De toegangscodes mogen alleen de cijfers 0 tot en met 9 bevatten.

System lock (Systeemvergrendeling, menu 4-3-7)

Druk op Select (Kiezen) en voer de vergrendelcode in om de communicator
te vergrendelen. De communicator wordt direct vergrendeld. Zelfs als u de
batterij verwijdert en terugplaatst en de telefooninterface inschakelt, blijft
de communicator vergrendeld.

U ontgrendelt de communicator door op Unlock (Ontgrendelen) te
drukken en de vergrendelcode in te voeren.