Nokia 9110 Communicator - Beveiligingsinstellingen

background image

Beveiligingsinstellingen

PIN code request: On / Off (Pincode vragen: aan/uit) — Als u deze optie
inschakelt, wordt om de pincode gevraagd wanneer u de telefooninterface
inschakelt door op

te drukken. Deze instelling kan niet worden gewijzigd

als de telefooninterface is uitgeschakeld of als er geen geldige SIM-kaart in de
communicator is geplaatst.

Als u de pincode drie keer achter elkaar verkeerd intoetst, hebt u een PUK-
code nodig om de blokkering van de SIM-kaart op te heffen. Wanneer de SIM-
kaart wordt geblokkeerd, kunt u met uitzondering van het alarmnummer geen
oproepen verzenden of ontvangen (ook geen faxen, korte berichten, e-mail,
enzovoort). Verder kunt u de communicator gewoon gebruiken.

Autolock period: Autolock off / 1 / 2 / 5 / 15 / 30 / 60 minutes (Periode
automatische vergrendeling: Automatische vergrendeling uit / 1 / 2 / 5 / 10 /
15 / 30 / 60 minuten) — Dit is de duur van de inactieve periode waarna het
systeem automatisch wordt vergrendeld. De timer wordt op nul gezet bij
invoer, gesprekken, gegevensoverdracht of afdrukactiviteit.

SIM change security: On / Off (Beveiliging SIM-wijziging: aan / uit) — Als deze
beveiligingsfunctie actief is, wordt bij inschakeling van de telefooninterface
gecontroleerd of er een andere SIM-kaart in de communicator wordt gebruikt.
Wanneer u een andere SIM-kaart plaatst die u nog niet eerder in de
communicator hebt gebruikt, wordt de communicator vergrendeld totdat u de
juiste vergrendelcode intoetst. De communicator kan maximaal vijf
verschillende SIM-kaarten herkennen als kaarten van de eigenaar.

Figuur 2

Opmerking: bij sommige
SIM-kaarten kunt u de
pincode niet uitschakelen.

background image

Sys

teem

140

1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.

PIN code (Pincode) — Hiermee kunt u de pincode wijzigen. De
wijzigingsprocedure wordt beschreven aan het begin van de paragraaf
"Beveiliging". De nieuwe pincode moet uit vier tot acht cijfers bestaan. Voor
het veranderen van de pincode moet de optie PIN code request zijn
ingeschakeld, de telefoon aanstaan en moet er een geldige SIM-kaart in de
communicator zijn geplaatst.

PIN2 code (Pin2-code) — Hiermee kunt u de PIN2-code wijzigen. Deze code is
nodig om bepaalde functies te kunnen gebruiken, zoals instellingen voor de
gesprekskosten. Deze functies moeten door uw SIM-kaart worden
ondersteund. Als u drie keer achter elkaar een verkeerde PIN2-code invoert,
hebt u een PUK2-code nodig om de PIN2-code te ontgrendelen. De PIN2-code
is 4 tot 8 cijfers lang.

Lock code (Vergrendelcode) — Hiermee kunt u de vergrendelcode wijzigen. De
wijzigingsprocedure wordt beschreven aan het begin van de paragraaf
"Beveiliging". De nieuwe code moet uit vijf cijfers bestaan.

Als u meerdere keren achter elkaar een verkeerde vergrendelcode intoetst, kan
alleen de leverancier de communicator ontgrendelen.

Barring password (Sperwachtwoord) — Hiermee kunt u het sperwachtwoord
veranderen. De nieuwe code moet uit vier cijfers bestaan. U kunt het
wachtwoord alleen wijzigen als de telefoon is ingeschakeld en zich binnen het
dekkingsgebied van het netwerk bevindt, en de oproepsperdienst is
geactiveerd voor de SIM-kaart die een geldige kaart moet zijn en in de
communicator moet zijn geschoven.

Als u drie keer een verkeerd sperwachtwoord intoetst, wordt het wachtwoord
geblokkeerd en moet u aan de exploitant van het netwerk een nieuw
wachtwoord vragen.